Mijn naam is Gunther De Bin.
Ik groeide op in een gezin met vier kinderen. Mijn moeder werkte keihard om het gezin draaiende te houden, terwijl mijn vader met zijn narcisme, drank, vrouwen en geweld een zware schaduw over ons leven wierp. Op mijn zestiende besliste hij dat ik niet langer naar school mocht en bij een constructie schilderbedrijf moest gaan werken. Diep vanbinnen wist ik dat ik meer wilde, en ik vond een uitweg: de militaire school. Het gaf me, naast de mogelijkheid om te kunnen blijven studeren, financiële onafhankelijkheid en de kans om van huis weg te zijn.
Het was pittig om zo jong in defensie te stappen. Toch werd ik als benjamin goed opgevangen door oudere studenten. Enkele van wie tot vandaag nog een plaats in mijn leven hebben. Na vijf intensieve jaren opleiding stond ik op eigen benen. Ik voelde me echter steeds meer gevangen in de hiërarchie van defensie. Er was weinig ruimte voor persoonlijke ontwikkeling, en wat ooit een reddingsboei was geweest, werd nu een keurslijf. Ik wilde de wereld in.
Na mijn uitdiensttreding belandde ik in de horeca. Ik begon als ober en groeide uit tot manager van een grote housediscotheek. Het was een periode waarin mijn rebelse Aangepaste Kind alle ruimte kreeg. Regels bestonden vooral om te omzeilen, en ik vond altijd manieren om mijn eigen pad te trekken. Geld kwam even snel binnen, als het weer verdween, en ik leefde in een wereld van oppervlakkige contacten die behoefte-gestuurd waren. Uiteindelijk kwam het besef: dit pad was destructief. Ik was een puinhoop aan het opbouwen, en als ik zo doorging, zou ik mezelf verliezen.
Ik nam ontslag, schreef me in voor een studie psychologie aan de RUG in Gent en begon te werken als begeleider in een leefgroep voor mensen met een verstandelijke beperking en zwaar grensoverschrijdend gedrag. Het was een cultuurschok. Ik kwam van een wereld waar alles kon, in een omgeving waar onmogelijkheden de toon leken te zetten. Vol idealisme botste ik op de harde realiteit dat de vrijheid van cliënten vaak afhing van de cultuur en samenstelling van het team. Toen ik getuige werd van in mijn ogen grensoverschrijdende interventies, kon ik niet zwijgen. Ik werd klokkenluider. Er volgde een rechtszaak, ontslagen, en een periode waarin ik me zelden zo eenzaam heb gevoeld.
Maar precies daar kruiste een interim-manager mijn pad. Zij zag iets in mij en bood me de kans om een opleiding te volgen aan de TA-academie. Daar leerde ik mijn buikgevoel te herkennen en handelen te vertalen naar collega’s, leidinggevenden en systemen. En daar ontmoette ik Maarten Kouwenhoven, psycholoog, management consultant, en auteur van het handboek Strategisch Coachen. Hij liet mij zien hoe je theorie en praktijk werkelijk kunt verbinden. Het inspireerde me om mijn opleiding bij hem verder te zetten en de docenten opleiding af te ronden. Samen ontwikkelden we een methode om zorgverleners met behulp van TA meer methodisch te laten werken. Ons artikel ‘Succes in de LVB-zorg vanuit 3 dimensies’ verscheen in het Tijdschrift voor Orthopedagogiek en kreeg veel respons. Dat gaf ons de kans om de aanpak verder te verfijnen en in uiteenlopende casussen toe te passen.
In de jaren daarna heb ik de methode steeds breder inzetbaar gemaakt. Zo werk ik in de publieke sector succesvol samen met Arjan van Dam aan trainingen voor klantmanagers, gericht op het effectief begeleiden en motiveren van werkzoekenden. Daarnaast geef ik sinds 2020 samen met Harmen Sterk de module ‘Samenwerken en coachen’ binnen de postmasteropleiding tot orthopedagoog-generalist aan de Radboud Universiteit, een module waarin de koppeling van de theorie aan de praktijk en de directe toepasbaarheid van de modellen door de cursisten telkens als zeer waardevol wordt geëvalueerd.
Zo groeiden onze ideeën en ervaringen uit tot de coachings- en trainingsprogramma’s die vandaag onder de vlag van Be-Grip te volgen zijn.